Aanbevelen:
Naar de Knowledge Base
Knowledge Base-artikel #3697

FRITZ!Box voor gebruik op de glasvezelaansluiting van BITel configureren

De FRITZ!Box is optimaal voorbereid voor gebruik met BITel. Laat de FRITZ!Box ontgrendelen door BITel, sluit de FRITZ!Box vervolgens aan op de glasvezelaansluiting en voer je persoonlijke toegangsgegevens in de FRITZ!Box-gebruikersinterface in.

Vervolgens kan alle apparatuur in je thuisnetwerk onbeperkt gebruikmaken van de complete veelvoud aan FRITZ!Box-functies voor internet, telefonie en multimedia.

Voorwaarden/beperkingen

  • FRITZ!Box Fiber met SFP-module "FRITZ!SFP GPON".

Opmerking:De configuratieprocedure en informatie over functies in deze handleiding hebben betrekking op het meest recente FRITZ!OS van de FRITZ!Box.

1 FRITZ!Box laten activeren

  1. Laat de FRITZ!Box ontgrendelen door de klantenservice van BITel via ont@bitel.de. Geef hiervoor je naam, adres, je BITel-contractnummer van de opdrachtbevestiging en de "Modem-ID" van je FRITZ!Box door. Je kunt de "Modem-ID" aflezen aan de onderzijde van de FRITZ!Box:
    Modem-ID aan de onderzijde van de FRITZ!Box

    Belangrijk:Zodra de FRITZ!Box is ontgrendeld, is internettoegang via de glasvezelmodem (ONT) van BITel niet meer mogelijk. Internettoegang is dan pas weer mogelijk nadat de FRITZ!Box is aangesloten en geconfigureerd.

2 SFP-module in FRITZ!Box plaatsen

  1. Steek de FRITZ!SFP-module "FRITZ!SFP GPON" in de Fiber-aansluiting van de FRITZ!Box.
    SFP-module in FRITZ!Box plaatsen

3 FRITZ!Box aansluiten op glasvezelaansluiting

  1. Verwijder de stofkapjes van de glasvezelkabel, de SFP-module in de FRITZ!Box en het glasvezelaansluitpunt.
  2. Sluit de glasvezelkabel aan op de SFP-module in de FRITZ!Box en op het glasvezelaansluitpunt. Knik de glasvezelkabel niet en houd de uiteinden van de kabel niet voor je ogen.

    Opmerking:Aanwijzingen om de juiste glasvezelkabel te kiezen vind je in onze handleiding Welke glasvezelkabel heb ik nodig?.

    FRITZ!Box met glasvezelaansluiting verbinden

4 FRITZ!Box op het elektriciteitsnet aansluiten

  1. Verbind de netvoeding met de Power-poort van de FRITZ!Box en steek de netvoeding in een stopcontact.

5 Internettoegang in FRITZ!Box configureren

  1. Open de gebruikersinterface van de FRITZ!Box.
  2. Voer het FRITZ!Box-wachtwoord in dat is afgedrukt aan de onderzijde van het apparaat en klik op "Log In".
  3. Als het menu "Account Information" niet automatisch wordt weergegeven, klik dan in het menu "Internet" op "Account Information".
  4. Selecteer uit de vervolgkeuzelijst "Internet service provider" de optie "Other Internet service provider".
  5. Schakel de optie "Fiber optic" in.
  6. Voer in het veld "Username" je gebruikersnaam voor DSL ("Ihr Benutzername für DSL") in, die je hebt ontvangen ban BITel.
  7. Voer in het veld "Password" je BITel-wachtwoord voor e-mail en DSL ("Ihr BITel-Passwort für E-Mail und DSL") in.
  8. Klik op "Apply" om de instellingen op te slaan.
  9. De FRITZ!Box controleert nu of de internetverbinding tot stand kan worden gebracht. De configuratie is voltooid als de melding "The Internet connection check was successful" wordt weergegeven.

    Belangrijk:Als de controle van de internetverbinding niet is geslaagd, dan is je internettoegang mogelijk nog niet geactiveerd. Neem in dit geval contact op met BITel.

6 Telefonie in FRITZ!Box configureren

Telefoonverbinding configureren

  1. Klik in de gebruikersinterface van de FRITZ!Box op "Telephony".
  2. Klik in het menu "Telephony" op "Telephone Numbers".
  3. Klik op het tabblad "Line Settings".
  4. Klik bij "Telephony connection" op "Change the Settings".
  5. Klik op "Connection Settings for DSL/WAN"
  6. Schakel de optie "VLAN required for Internet telephony" in.
  7. Voer in het veld "VLAN-ID" 2222 in.
  8. Voer in het veld "PBit" 5 in.
  9. Schakel de optie "Use a separate connection (PVC) for Internet telephony" in.
  10. Schakel bij "Is account information required?" de optie "No" in.
  11. Schakel de optie "Obtain the IP address automatically (DHCP)" in.
  12. Klik op "Apply" om de instellingen op te slaan.

Telefoonnummers configureren

  1. Klik in de gebruikersinterface van de FRITZ!Box op "Telephony".
  2. Klik in het menu "Telephony" op "Telephone Numbers".
  3. Klik op de knop "New Telephone Number".
  4. Selecteer uit de vervolgkeuzelijst "Other provider".
  5. Voer bij "Telephone number for Registration" je telefoonnummer met het netnummer in (bijvoorbeeld 05211234567).
  6. Voer bij "Internal telephone number in the FRITZ!Box" je telefoonnummer in (bijvoorbeeld 1234567).
  7. Voer bij "Username" je telefoonnummer met netnummer in (bijvoorbeeld 05211234567).
  8. Voer bij "Password" het wachtwoord in dat je hebt ontvangen van BITel.
  9. Voer bij "Registrar" sip.bitel.net in.
  10. Voer bij "Area code" je netnummer in.
  11. Klik op "Additional settings" om alle instellingen weer te geven.
  12. Selecteer bij "DTMF transmission" de instelling "RTP or in-band".
  13. Klik op "Next" en volg de instructies van de wizard.

Telefoonnummers aanpassen

  1. Klik in de gebruikersinterface van de FRITZ!Box op "Telephony".
  2. Klik in het menu "Telephony" op "Telephone Numbers".
  3. Klik bij het telefoonnummer in kwestie op de knop (Bewerken).
  4. Klik op "Additional settings" om alle instellingen weer te geven.
  5. Selecteer bij "Suppress outgoing Caller ID (CLIR)" de instelling "CLIR via *31*".
  6. Klik op "Apply" om de instellingen op te slaan.

Telefoonnummers toewijzen

  1. Klik in de gebruikersinterface van de FRITZ!Box op "Telephony".
  2. Klik in het menu "Telephony" op "Telephony Devices".
  3. Klik bij de telefoon in kwestie op de knop (Bewerken).

    Belangrijk:Als de telefoon nog niet wordt weergegeven, klik dan op de knop "Configure New Device" en volg de instructies van de wizard.

  4. Selecteer uit de vervolgkeuzelijst "Outgoing Calls" het telefoonnummer dat de telefoon moet gebruiken om uitgaande oproepen tot stand te brengen. Als je geen telefoonnummer selecteert, wordt het uitgaande telefoonnummer gebruikt dat is opgegeven onder "Telephone Numbers > Line Settings".
  5. Bepaal op welke telefoonnummers de telefoon bij inkomende oproepen moet reageren. Je kunt maximaal tien telefoonnummers (inclusief het telefoonnummer voor uitgaande oproepen) selecteren.
  6. Klik op "Apply" om de instellingen op te slaan.