Aanbevelen:
Naar de Knowledge Base

Via port forwarding geen toegang tot FRITZ!Box-thuisnetwerk

Ondanks geconfigureerde port forwardingregels zijn apparaten in het FRITZ!Box-thuisnetwerk, bijvoorbeeld een NAS-systeem of een webserver of een server voor onderhoud op afstand, niet toegankelijk vanaf het internet.

Voer de hier beschreven maatregelen na elkaar uit. Controleer na elke maatregel of het probleem is opgelost.

Opmerking:De configuratieprocedure en informatie over functies in deze handleiding hebben betrekking op het meest recente FRITZ!OS van de FRITZ!Box.

1 Toegang alleen mogelijk met openbaar IP-adres

De apparaten in het FRITZ!Box-thuisnetwerk zijn alleen toegankelijk vanuit het internet als de FRITZ!Box bij het tot stand brengen van de internetverbinding een openbaar IPv4-adres krijgt toegewezen van de internetprovider.

Als de FRITZ!Box een privaat IPv4-adres krijgt toegewezen, is toegang vanaf internet niet mogelijk.

Of de FRITZ!Box een openbaar of een privaat IPv4-adres heeft, kun je uitzoeken met behulp van de handleiding Adresbereik bepalen van het IPv4-adres van de internetverbinding.

2 Port forwarding in FRITZ!Box configureren

Statische port forwarding configureren

De volgende maatregel is alleen noodzakelijk als het apparaat of serverdienst de benodigde poorten zelfstandig in de FRITZ!Box configureert via UPnP (Universal Plug and Play):

Opmerking:Als in de FRITZ!Box geen statische port forwardingregels zijn geconfigureerd voor een apparaat of een toepassing, kunnen andere apparaten of toepassingen in sommige gevallen de benodigde port forwardingregels via UPnP voor zichzelf configureren.

  1. Configureer voor de apparaten of serverdiensten statische port forwarding in de FRITZ!Box.

Meerdere port forwardingregels voor dezelfde doelpoort verwijderen

Toegang tot verschillende apparaten in het thuisnetwerk via internet is niet mogelijk als de pakketten die naar dezelfde poort (doelpoort) op de FRITZ!Box worden gestuurd, moeten worden doorgestuurd naar verschillende IP-adressen in het thuisnetwerk.

Als er meerdere port forwardingregels voor dezelfde doelpoort zijn geconfigureerd in de FRITZ!Box, worden bij de eerste toegang via een van deze port forwardingregels alle andere port forwardingregels die van toepassing zijn op deze doelpoort uitgeschakeld. Pas nadat een bepaalde doelpoort gedurende 15 minuten niet meer is benaderd, worden de andere port forwardingregels voor dezelfde doelpoort weer ingeschakeld.

Voorbeeld:
In de FRITZ!Box heb je poort 80 doorgestuurd naar poort 80 voor een webserver en je hebt ook poort 81 doorgestuurd naar poort 80 voor een NAS-systeem. Als via internet toegang wordt verschaft tot het NAS-systeem, kan de webserver niet meer worden bereikt.

Om te voorkomen dat je tot sommige apparaten of serverdiensten (soms) geen toegang hebt, gebruik je voor iedere port forwardingregel een andere doelpoort:

  1. Klik in de gebruikersinterface van de FRITZ!Box op "Internet".
  2. Klik in het menu "Internet" op "Permit Access".
  3. Klik op het tabblad "Port Sharing".
  4. Als in de "List of Shared Ports" meerdere poorten zijn geopend voor dezelfde doelpoort ("to Port"):
    1. Stel de configuratie van de apparaten of serverdiensten zo in dat deze een poort gebruiken die niet wordt gebruikt door andere apparaten in het FRITZ!Box-thuisnetwerk.
    2. Klik naast alle port forwardingregels voor dezelfde doelpoort op de knop (bewerken) en voer voer de "to Port" een nieuwe poortnummer in.

      Voorbeeld:
      Configureer voor je webserver een port forwardingregel van poort 80 naar poort 80 en voor de gebruikersinterface van je NAS-systeem een port forwardingregel van poort 81 naar poort 81 en pas de instellingen zo aan dat je de gebruikersinterface van je NAS-systeem kunt openen via poort 81.

3 Ouderlijk toezicht configureren om internettoegang toe te staan

Je hebt via internet geen toegang tot apparaten in het thuisnetwerk als het ouderlijk toezicht van de FRITZ!Box de internettoegang van het apparaat beperkt. Zorg er daarom voor dat toegang tot internet is toegestaan voor de betreffende apparaten:

  1. Klik in de gebruikersinterface van de FRITZ!Box op "Internet".
  2. Klik in het menu "Internet" op "Filter".
  3. Klik op het tabblad "Parental Controls".
  4. Controleer of er beperkingen voor internetgebruik zijn ingesteld voor het apparaat waartoe je toegang wilt hebben.
  5. Als het internetgebruik voor het apparaat beperkt of geblokkeerd is, stel je de configuratie van het ouderlijk toezicht voor het apparaat zo in, dat dit apparaat onbeperkt internettoegang heeft.

4 NetBIOS-filter deactiveren

De volgende maatregel is alleen noodzakelijk wanneer je vanaf het internet toegang wilt hebben tot bestanden en printers in het thuisnetwerk en je internetprovider de daarbij gebruikte TCP- en UDP-poorten 139 en 445 niet blokkeert:

Belangrijk:Om veiligheidsredenen blokkeren de FRITZ!Box en een aantal internetproviders (bijvoorbeeld in het kabelnetwerk en het mobiele netwerk) de toegang vanaf internet tot de voor het delen van bestanden en printers gebruikte poorten ("NetBIOS-Filter"). Schakel de NetBIOS-filter daarom alleen uit als er op elk apparaat een firewall is geconfigureerd.

  1. Klik in de gebruikersinterface van de FRITZ!Box op "Internet".
  2. Klik in het menu "Internet" op "Filter".
  3. Klik op het tabblad "Lists".
  4. Schakel de optie "NetBIOS filter enabled" uit. Als de optie niet wordt weergegeven, schakel dan eerst de geavanceerde weergave in.
  5. Klik op "Apply" om de instellingen op te slaan.

5 Firewall van het apparaat configureren

Wanneer de serverdienst of toepassing is geïnstalleerd op een apparaat met een eigen firewall (bijv. Windows Firewall), moet de firewall ook worden geconfigureerd:

  1. Stel de configuratie van de firewall van het apparaat volgens de instructies van de fabrikant zo in, dat de serverdienst of toepassing toegankelijk is vanaf het FRITZ!Box-thuisnetwerk.

De FRITZ!Box is nu volledig geconfigureerd, zodat de FRITZ!Box of de apparaten of serverdiensten in het thuisnetwerk toegankelijk zijn vanaf internet. Als het probleem zich blijft voordoen, kunnen onder andere onjuiste instellingen of fouten van de betreffende toepassing of het betreffende apparaat de oorzaak zijn.