Aanbevelen:
Naar de Knowledge Base

Telefoon die is verbonden met FRITZ!Box, rinkelt terwijl er niemand belt

Af en toe rinkelt er een telefoon die is verbonden met de FRITZ!Box, hoewel niemand je heeft gebeld, of de telefoon rinkelt meteen nadat je een telefoongesprek hebt beëindigd en hebt opgehangen. Of de telefoon blijft rinkelen hoewel de beller al heeft opgehangen voordat je de telefoon kon opnemen. Wanneer je de hoorn opneemt, hoor je de kiestoon.

Voer de hier beschreven stappen achterelkaar uit. Controleer na elke stap of het probleem is opgelost.

Opmerking:De configuratieprocedure en informatie over functies in deze handleiding hebben betrekking op het meest recente FRITZ!OS van de FRITZ!Box.

1 Optie "Nieuwe berichten op de telefoon signaleren (MWI)" uitschakelen

De volgende stappen zijn alleen noodzakelijk als de telefoon is verbonden met een analoge poort (bijvoorbeeld FON 1):

  1. Klik in de gebruikersinterface van de FRITZ!Box op "Telefonie".
  2. Klik in het menu "Telefonie" op "Telefoonapparaten" ("Randapparatuur").
  3. Klik bij de telefoon in kwestie op de knop  (Bewerken).
  4. "Kenmerken van het telefoonapparaat".
  5. Schakel de optie "Nieuwe berichten op de telefoon signaleren (MWI)" uit.
  6. Klik op "Toepassen" om de instellingen op te slaan.

Als de telefoon nu niet meer rinkelt, heb je nieuwe berichten ontvangen in de voicemailbox van de provider van je vaste telefoonaansluiting of van je provider van internettelefonie. De FRITZ!Box signaleert deze berichten door je te bellen, omdat je telefoonprovider MWI (Message Waiting Indication) ondersteunt.

2 Wekkerfunctie uitschakelen

  1. Klik in de gebruikersinterface van de FRITZ!Box op "Telefonie".
  2. Klik in het menu "Telefonie" op "Wekker" ("Wekkerfunctie").
  3. Schakel de wekker uit.
  4. Klik op "Toepassen" om de instellingen op te slaan.

3 Bekabeling controleren

Als je de FRITZ!Box gebruikt op een IP-gebaseerde aansluiting zonder analoge- of ISDN-aansluiting, mag het uiteinde van de Y-vormige kabel voor een vaste telefoonaansluiting niet worden aangesloten. Anders kan interferentie worden overgedragen naar de FRITZ!Box:

  1. Controleer of het zwarte uiteinde van de Y-vormige kabel ergens is aangesloten. Als dat het geval is, haal dan de kabel los.

4 Analoge vaste telefoonaansluiting en apparaten controleren

De volgende stappen zijn alleen noodzakelijk als de FRITZ!Box is verbonden met een analoge vaste telefoonaansluiting:

Alle telefoons en telefoonapparaten op FRITZ!Box aansluiten

  1. Sluit alle telefoonapparaten (bijvoorbeeld. telefoon, fax) op de FRITZ!Box aan.

    Belangrijk:Als je extra telefoonapparaten of aansluitdozen aansluit op de telefoonaansluitdoos, kan dit resulteren in fouten.

Ander apparaat als interferentiebron uitsluiten

Interferentie van een apparaat dat is aangesloten op de FRITZ!Box of de stroomtoevoer, kan mogelijk de FRITZ!Box bereiken. Voer daarom de volgende test uit:

  1. Koppel alle apparaten en kabels los van de LAN-poorten en de USB-poort van de FRITZ!Box. Als er geen apparaat is aangesloten, verbind dan een computer met een LAN-poort van de FRITZ!Box.
  2. Als het probleem niet meer optreedt, wordt interferentie overgedragen naar de FRITZ!Box via een aangesloten apparaat of wordt de interferentie nu van de FRITZ!Box weggeleid door de computer. De oorzaak van de interferentie kun je doorgaans elimineren met een van de volgende stappen:
    1. Gebruik een stekkerdoos om de FRITZ!Box en alle andere verbonden apparaten aan te sluiten op hetzelfde stopcontact.
    2. Test dit ook met verschillende verlengkabels en stopcontacten.
    3. Gebruik UTP-netwerkkabels om apparaten aan te sluiten op de LAN-poorten van de FRITZ!Box. In tegenstelling tot STP-netwerkkabels, bijvoorbeeld de meegeleverde netwerkkabel, hebben UTP-netwerkkabels geen aarddraad en kunnen geen interferentie overdragen naar de FRITZ!Box.

      Belangrijk:Als het probleem zich voordoet met een FRITZ!Powerline-apparaat, gebruik dan de met het FRITZ!Powerline-apparaat meegeleverde UTP-netwerkkabel.

    4. Als interferentie naar de FRITZ!Box wordt overgedragen door een apparaat dat is aangesloten op de USB-poort, sluit het apparaat dan niet aan op de FRITZ!Box, maar op een USB-poort van de computer.

Draden bij eerste telefooncontactdoos verwisselen

De fout kan op een analoge vaste aansluiting optreden als de polariteit draden die van de provider in de eerste telefooncontactdoos aankomen, is omgekeerd/verwisseld:

  1. Verwissel op de eerste telefooncontactdoos (hoofdaansluitpunt telefonie) in huis de twee draden die van de provider komen. De twee te verwisselen draden bevinden zich als de TAE-contactdoos is geopend, afhankelijk van het type contactdoos, meestal helemaal links op de bovenste contactstrip. De contacten worden aangegeven met "1" en "2" of "1a" en "1b".

Te lage signaalkwaliteit

Als telefoons die met de FRITZ!Box zijn verbonden blijven rinkelen hoewel er geen inkomende oproep is, dan is de signaalkwaliteit van je analoge vaste telefoonaansluiting te laag.

In vergelijking tot eenvoudige telefoons stellen telefooncentrales altijd hogere eisen aan de signaalkwaliteit van de analoge vaste telefoonaansluiting. De FRITZ!Box is tot ver buiten de specificatiegrenzen in staat om alle inkomende signalen juist te identificeren en te verwerken. In het geval van uiterst interferentiegevoelige aansluitingen kan de storingsbestendigheid van de FRITZ!Box echter iets lager zijn dan die van een analoge telefoon die rechtstreeks op je telefoonaansluiting is aangesloten.