Aanbevelen:
Naar de Knowledge Base

Extern faxapparaat in FRITZ!Box configureren

Met een faxapparaat dat aangesloten is op een analoge poort of op de poort voor ISDN-toestellen van je FRITZ!Box, kun je faxberichten versturen en ontvangen via het internet.

Opmerking:De configuratieprocedure en informatie over functies in deze handleiding hebben betrekking op het meest recente FRITZ!OS van de FRITZ!Box.

1 Faxoverdracht met T.38 inschakelen

Als je een internettelefoonnummer wilt gebruiken om faxberichten te versturen en ontvangen, moet je T.38 (fax over IP) voor faxoverdracht inschakelen in de FRITZ!Box. Met T.38 worden faxberichten niet verstuurd via faxtonen, maar via een speciaal netwerkprotocol. Daardoor is de faxoverdracht aanzienlijk minder gevoelig voor interferentie:

  1. Klik in de gebruikersinterface van de FRITZ!Box op "Telefonie".
  2. Klik in het menu "Telefonie" op "Eigen telefoonnummers".
  3. Klik op het tabblad "Instellingen voor de aansluiting" ("Aansluitingsinstellingen").
  4. Klik bij "Telefonieverbinding" op "Instellingen wijzigen".
  5. Schakel de optie "Faxtransmissie ook met T.38" in.
  6. Klik op "Toepassen" om de instellingen op te slaan.

2 Faxapparaat opnieuw configureren

Configureer het faxapparaat ook dan in de FRITZ!Box, als het apparaat met de FRITZ!Box is verbonden via een ISDN-telefooncentrale:

  1. Klik in de gebruikersinterface van de FRITZ!Box op "Telefonie".
  2. Klik in het menu "Telefonie" op "Telefoonapparaten" ("Randapparatuur").
  3. Als het faxapparaat al op de lijst met telefoontoestellen staat, klik dan bij het faxapparaat op de knop (verwijderen).
  4. Configureer het faxapparaat opnieuw: klik op de knop "Nieuw apparaat instellen" ("Nieuw apparaat inrichten") en volg de instructies.
  5. Als je tijdens het configureren niet de poort kunt selecteren, waarop het faxapparaat is aangesloten, is op deze poort al een ander telefoonapparaat geconfigureerd. Verwijder dit apparaat eerst.
  6. Als het faxapparaat is aangesloten op de poort "FON S0" van de FRITZ!Box, zie je tijdens het configureren welke telefoonnummers je kunt toewijzen aan het faxapparaat. Als het faxapparaat is aangesloten via een ISDN-telefooncentrale, moet je het telefoonnummer toewijzen aan de nevenaansluiting van de ISDN-telefooncentrale waarop het faxapparaat is aangesloten.