Aanbevelen:
Naar de Knowledge Base
Knowledge Base-artikel #3715

FRITZ!Box voor gebruik op de glasvezelaansluiting van DNS:NET configureren

De FRITZ!Box is optimaal voorbereid voor gebruik met DNS:NET. Laat de FRITZ!Box ontgrendelen door DNS:NET, sluit de FRITZ!Box vervolgens aan op de glasvezelaansluiting en voer je persoonlijke toegangsgegevens in de FRITZ!Box-gebruikersinterface in.

Vervolgens kunnen alle apparaten in je thuisnetwerk onbeperkt gebruikmaken van de vele FRITZ!Box-functies voor internet, telefonie en televisie (DNS:NET IPTV).

Voorwaarden/beperkingen

  • Op een GPON-glasvezelaansluiting is een FRITZ!Box met SFP-module "FRITZ!SFP GPON" vereist.
  • Op een XGS-PON-glasvezelaansluiting is een FRITZ!Box met SFP-module "FRITZ!SFP XGS-PON" vereist.

Opmerking:De configuratieprocedure en informatie over functies in deze handleiding hebben betrekking op het meest recente FRITZ!OS van de FRITZ!Box.

1 Toegangsgegevens klaarleggen

  1. Leg je persoonlijke toegangsgegevens voor internettoegang en de toegangsgegevens voor telefonie klaar die je van DNS:NET hebt ontvangen.

    Hinweis:De toegangsgevens staan in de klantomgeving van DNS:NET-Kundenportal onder "Meine Dienste > Fiber > Zugangsdaten > Passwörter anzeigen". Neem contact op met DNS:NETals daar geen toegangsgegevens staan.

2 FRITZ!Box laten ontgrendelen

Modem-ID op het typeplaatje van de FRITZ!Box
  1. Vraag bij de klantenservice van DNS:NET onder 030 66765111 na of je glasvezelaansluiting is aangesloten met GPON of XGS-PON en laat je FRITZ!Box ontgrendelen voor je aansluiting. Geef hiervoor de "modem-id" aan, die op het typeplaatje van van je FRITZ!Box staat.

3 SFP-module in FRITZ!Box plaatsen

  1. Steek de voor je glasvezelaansluiting geschikte SFP-module in de Fiber-aansluiting van de FRITZ!Box:
    1. Wanneer je een GPON-glasvezelaansluiting hebt, steek dan de SFP-module "FRITZ!SFP GPON" in de Fiber-aansluiting van de FRITZ!Box.
    2. Wanneer je een XGS-PON-glasvezelaansluiting hebt, steek dan de module "FRITZ!SFP XGS-PON" in de Fiber-aansluiting van de FRITZ!Box.
      SFP-module in FRITZ!Box plaatsen

      Belangrijk:Als je niet weet welke glasvezelaansluiting je hebt, test dan alle SFP-modules die met je FRITZ!Box werden meegeleverd. De Power-/Fiber-led van de FRITZ!Box blijft branden als de FRITZ!Box met de juiste SFP-module is aangesloten op de glasvezelaansluiting.

4 FRITZ!Box aansluiten op glasvezelaansluiting

  1. Verwijder de stofkapjes van de glasvezelkabel, de SFP-module in de FRITZ!Box en het glasvezelaansluitpunt.
  2. Sluit de glasvezelkabel aan op de SFP-module in de FRITZ!Box en op het glasvezelaansluitpunt. Knik de glasvezelkabel niet en houd de uiteinden van de kabel niet voor je ogen.

    Opmerking:Aanwijzingen om de juiste glasvezelkabel te kiezen vind je in onze handleiding Welke glasvezelkabel heb ik nodig?.

    FRITZ!Box met glasvezelaansluiting verbinden

5 FRITZ!Box op het elektriciteitsnet aansluiten

  1. Verbind de netvoeding met de Power-poort van de FRITZ!Box en steek de netvoeding in een stopcontact.

6 Internettoegang in FRITZ!Box configureren

  1. Open de gebruikersinterface van de FRITZ!Box.
  2. Voer het wachtwoord in dat op het typeplaatje van de FRITZ!Box staat en klik op "Aanmelden".
  3. Klik op "Internet" en vervolgens op "Toegangsgegevens".
  4. Selecteer uit de vervolgkeuzelijst "Internetaanbieder" ("Internetprovider") de optie "andere internetaanbieder" ("andere internetproviders").
  5. Schakel de optie "Glasvezel" in.
  6. Voer in de invoervelden in kwestie de toegangsgegevens in die je hebt ontvangen van DNS:NET.
  7. Klik op "Verbindingsinstellingen wijzigen".
  8. Schakel de optie "VLAN voor de internettoegang gebruiken" in.
  9. Voer in het veld "VLAN-ID" 37 in.
  10. Klik op "Toepassen" om de instellingen op te slaan.
  11. De FRITZ!Box controleert nu of de internetverbinding tot stand kan worden gebracht. De configuratie is voltooid als de melding "Controle van de internetverbinding is geslaagd" wordt weergegeven.

    Belangrijk:Als de controle van de internetverbinding niet is gelukt, is je internettoegang mogelijk nog niet geactiveerd. Neem in dit geval contact op met DNS:NET.

7 Telefonie in FRITZ!Box configureren

Telefoonnummers configureren

  1. Klik in de gebruikersinterface van de FRITZ!Box op "Telefonie".
  2. Klik in het menu "Telefonie" op "Eigen telefoonnummers".
  3. Klik op de knop "Nieuw telefoonnummer".
  4. Selecteer uit de vervolgkeuzelijst "Andere aanbieder" ("Andere provider").
  5. Voer bij "Telefoonnummer voor de aanmelding" je telefoonnummer met het netnummer in (bijvoorbeeld 05511234567).
  6. Voer bij "Intern telefoonnummer in de FRITZ!Box" je telefoonnummer in (bijvoorbeeld 1234567).
  7. Voer bij "Gebruikersnaam" en "Wachtwoord" de toegangsgegevens in die je hebt ontvangen van DNS:NET.
  8. Voer bij "Registrar" sip.berlin.dns-net.de in.
  9. Voer bij "Netnummer" je netnummer in.
  10. Klik op "Volgende" ("Verder") en volg de instructies van de wizard.

Telefoonnummers aanpassen

  1. Klik in de gebruikersinterface van de FRITZ!Box op "Telefonie".
  2. Klik in het menu "Telefonie" op "Eigen telefoonnummers".
  3. Klik bij het telefoonnummer in kwestie op de knop (Bewerken).
  4. Klik op "Meer instellingen" om alle instellingen weer te geven.
  5. Selecteer bij "Nummeronderdrukking (CLIR)" de instelling "CLIR via display- en usernaam".
  6. Klik op "Toepassen" om de instellingen op te slaan.

Telefoonnummers toewijzen

  1. Klik in de gebruikersinterface van de FRITZ!Box op "Telefonie".
  2. Klik in het menu "Telefonie" op "Telefoonapparaten" ("Randapparatuur").
  3. Klik bij de telefoon in kwestie op de knop (Bewerken).

    Belangrijk:Als de telefoon nog niet wordt weergegeven, klik dan op de knop "Nieuw apparaat instellen" ("Nieuw apparaat inrichten") en volg de instructies van de wizard.

  4. Selecteer uit de vervolgkeuzelijst "Uitgaande oproepen" het telefoonnummer dat de telefoon moet gebruiken om uitgaande oproepen tot stand te brengen. Als je geen telefoonnummer selecteert, wordt het uitgaande telefoonnummer gebruikt dat is ingevoerd onder "Eigen telefoonnummers > Instellingen voor de aansluiting" ("Aansluitingsinstellingen").
  5. Bepaal op welke telefoonnummers de telefoon bij inkomende oproepen moet reageren. Je kunt maximaal tien telefoonnummers (inclusief het telefoonnummer voor uitgaande oproepen) selecteren.
  6. Klik op "Toepassen" om de instellingen op te slaan.