Aanbevelen:
Naar de Knowledge Base

Het is niet mogelijk faxberichten te versturen of ontvangen met een extern faxapparaat

Hoewel het faxapparaat volgens onze handleiding is geconfigureerd en het mogelijk is om via de FRITZ!Box te bellen, kunnen er af en toe geen of helemaal geen faxberichten worden verstuurd of ontvangen. De faxoverdracht komt niet tot stand of breekt af. In de lijst met gebeurtenissen van de FRITZ!Box staat mogelijk een van de volgende foutmeldingen:

  • "Not Acceptable Here (488)"
  • "Unsupported Media Type (415)"
  • "Not Acceptable Here (606)"

Voer de hier beschreven stappen achterelkaar uit. Controleer na elke stap of het probleem is opgelost.

1 Lijst met gebeurtenissen van de FRITZ!Box controleren

  1. Klik in de gebruikersinterface van de FRITZ!Box op "Systeem".
  2. Klik in het menu "Systeem" op "Gebeurtenissen" en vervolgens op "Telefonie".
  3. Controleer of bij de mislukte faxpoging een van de volgende foutmeldingen staat. Let dan op de aanwijzingen die bij de melding horen:
  4. Als de melding ""Unsupported Media Type (415)" wordt weergegeven, ondersteunt je provider de aangevraagde codec niet, of staat faxoverdracht niet toe.
    • Als de melding "Not Acceptable Here (488 or 606)" wordt weergegeven, ondersteunt je provider de standaard T. 38 niet. Zonder T.38 is er geen betrouwbare faxoverdracht via het internet mogelijk.

      Opmerking:Voor faxontvangst kun je of een telefoonnummer gebruiken van een provider die T.38 ondersteunt of T.38 weer uitschakelen. Mogelijk is faxoverdracht mogelijk zonder T.38.

2 Faxapparaat instellen op toonkiezen

  1. Stel het eindapparaat in op "toonkiezen" (DTMF, TDK, toondrukkiezen) en niet op "pulskiezen". Het pulskiezen voldoet niet meer aan de huidige stand van de techniek en kan bij een telefooncentrale leiden tot kiesproblemen. Daarom kunnen we niet garanderen dat op de FRITZ!Box aangesloten randapparatuur met pulskiezen feilloos werkt. Bij toonkiezen hoor je een toon wanneer je op een nummertoets drukt, bij pulskiezen hoor je een ratelend geluid. Informatie over de configuratie krijg je van de fabrikant van het apparaat; raadpleeg bijvoorbeeld de handleiding.

3 Faxapparaat opnieuw configureren

Configureer het faxapparaat ook dan in de FRITZ!Box, als het apparaat met de FRITZ!Box is verbonden via een ISDN-telefooncentrale:

  1. Klik in de gebruikersinterface van de FRITZ!Box op "Telefonie".
  2. Klik in het menu "Telefonie" op "Telefoonapparaten" ("Randapparatuur").
  3. Als het faxapparaat al op de lijst met telefoontoestellen staat, klik dan bij het faxapparaat op de knop (verwijderen).
  4. Configureer het faxapparaat opnieuw: klik op de knop "Nieuw apparaat instellen" ("Nieuw apparaat inrichten") en volg de instructies.
  5. Als je tijdens het configureren niet de poort kunt selecteren, waarop het faxapparaat is aangesloten, is op deze poort al een ander telefoonapparaat geconfigureerd. Verwijder dit apparaat eerst.
  6. Als het faxapparaat is aangesloten op de poort "FON S0" van de FRITZ!Box, zie je tijdens het configureren welke telefoonnummers je kunt toewijzen aan het faxapparaat. Als het faxapparaat is aangesloten via een ISDN-telefooncentrale, moet je het telefoonnummer toewijzen aan de nevenaansluiting van de ISDN-telefooncentrale waarop het faxapparaat is aangesloten.

4 Verschillende tegenpartijen testen

  1. Test de faxoverdracht van of naar verschillende faxapparaten op verschillende telefoonaansluitingen.
  2. Als de faxoverdracht alleen naar een bepaalde aansluiting mislukt, is het ontvangende faxapparaat niet gereed voor ontvangst of onjuist geconfigureerd.

5 Verschillende overdrachtssnelheden testen

Op veel faxapparaten kunt je uit verschillende overdrachtssnelheden kiezen (4800, 7200, 9600, 14400 und 36600 Baud):

  1. Als het met je faxapparaat mogelijk is, test dan de verschillende overdrachtssnelheden na elkaar. De FRITZ!Box ondersteunt overdrachtssnelheden tot maximaal 14400 Baud.

    Opmerking:Informatie over de configuratie van de overdrachtssnelheid vind je in de bijbehorende handleiding. Je kunt ook rechtstreeks contact opnemen met de fabrikant van het apparaat.

6 Foutcorrectiemodus (ECM) inschakelen

Het gebruik van de foutcorrectiemodus ECM op je faxapparaat kan de faxresultaten aanzienlijk verbeteren, als de andere partij ECM ook ondersteunt. In sommige gevallen kunnen de faxresultaten echter ook verslechteren:

  1. Schakel bij wijze van test de foutcorrectiemodus (ECM) op je faxapparaat in. Informatie over de configuratie van ECM verkrijg je rechtstreeks bij de fabrikant van het apparaat; raadpleeg bijvoorbeeld de handleiding.

7 Protocol voor faxoverdracht controleren

  1. Klik in de gebruikersinterface van de FRITZ!Box op "Telefonie".
  2. Klik in het menu "Telefonie" op "Eigen telefoonnummers".
  3. Klik op het tabblad "Spraakoverdracht".
  4. Kijk of er bij "Uitgebreide informatie over beëindigde oproepen" afgebroken faxberichten staan en controleer in de kolom "Codering" of er voor deze faxberichten "T.38" staat.
  5. Als daar "T.38" staat, werd T.38 voor de faxoverdracht gebruikt.
    • Als daar geen "T.38" staat, werd T.38 niet gebruikt. Zonder T.38 is er geen betrouwbare faxoverdracht via het internet mogelijk.

      Opmerking:Als je provider voor internettelefonie T.38 niet ondersteunt, kun je voor het faxen een internettelefoonnummer gebruiken van een provider voor internettelefonie die T.38 ondersteunt.