Aanbevelen:
Naar de Knowledge Base

VPN-oplossing van een andere fabrikant in het thuisnetwerk gebruiken

Via de internetverbinding van de FRITZ!Box kun je zowel VPN-verbindingen met externe VPN-servers tot stand brengen (bijvoorbeeld de VPN-server van je bedrijf) als VPN-verbindingen met een VPN-server in jet thuisnetwerk (bijvoorbeeld de VPN-server van een NAS-systeem) tot stand brengen.

Opmerking:Informatie over de noodzakelijke instellingen in de gebruikte VPN-oplossing krijg je van de fabrikant.

Uitgaande VPN-verbindingen

Wanneer je VPN-verbindingen tot stand wilt brengen met externe VPN-servers, hoef je in de FRITZ!Box niets te configureren. De VPN Passthrough voor de VPN-protocollen IPSec en PPTP is standaard ingeschakeld in de FRITZ!Box, meer instellingen zijn niet vereist.

Als de VPN-software het IPSec-protocol zonder NAT traversal of het PPTP-protocol gebruikt, gelden de volgende beperkingen door het gebruik achter een router zoals de FRITZ!Box:

  • Het is niet mogelijk om meerdere VPN-verbindingen tegelijkertijd tot stand te brengen met dezelfde VPN-server.
  • De IPSec-bedrijfsmodus "Authentication Header" (AH) kan niet worden gebruikt.
  • De VPN-software krijgt doorgaans geen informatie over het verbreken van de internetverbinding en kan meestal niet opnieuw onderhandelen over de VPN-verbinding. Er moet opnieuw worden onderhandeld over de VPN-verbinding, als de FRITZ!Box bij het herstellen van de internetverbinding een nieuw openbaar IP-adres krijgt.

Inkomende VPN-verbindingen

Wanneer je VPN-verbindingen met een VPN-server in je thuisnetwerk tot stand wilt brengen, moet je in de FRITZ!Box portforwarding configureren voor de poorten die de VPN-server nodig heeft.

Als er in de FRITZ!Box VPN-verbindingen zijn ingesteld, gebruikt de FRITZ!Box de UDP-poorten 500 (ISAKMP) en 4500 NAT-Traversal). Wanneer de VPN-server dezelfde poorten gebruikt, configureer de VPN-server dan zo dat deze andere poorten gebruikt of schakel de VPN-verbindingen in de FRITZ!Box uit onder "Internet > Permit Access > VPN".