Aanbevelen:
Naar de Knowledge Base

Mesh Repeater in het FRITZ!-thuisnetwerk optimaal plaatsen

De juiste plek voor je Mesh Repeater is een belangrijke factor bij het uitbreiden van het Wi-Fi-bereik van je thuisnetwerk. Daarbij is de verbindingskwaliteit tussen een Mesh Repeater en de Mesh Master net zo belangrijk als de kwaliteit van de Wi-Fi-verbinding tussen een Mesh Repeater en de daarmee verbonden Wi-Fi-apparaten.

Als de Mesh Repeater via Wi-Fi is verbonden met de Mesh Master, is het daarom belangrijk een plek te vinden waarvandaan de Mesh Repeater snelle en stabiele verbindingen tot stand kan brengen met de Mesh Master en waar de Mesh Repeater tegelijkertijd goed bereikbaar is voor je Wi-Fi-apparaten.

In deze handleiding leggen we uit hoe je de kwaliteit van de Wi-Fi-verbinding tussen de Mesh Repeater en de Mesh Master kunt controleren en wat je kunt doen om je Mesh Repeater op een betere locatie te plaatsen.

1 Verbindingskwaliteit controleren

Verbindingskwaliteit met FRITZ!App Wi-Fi controleren

Wanneer je Mesh Repeater via Wi-Fi is verbonden met de Mesh Master, kun je de verbindingskwaliteit het beste controleren met FRITZ!App Wi-Fi. FRITZ!App Wi-Fi is beschikbaar voor mobiele apparaten met Android en iOS.

  1. Start FRITZ!App Wi-Fi.
  2. Tik in FRITZ!App Wi-Fi op de knop "Mijn repeaters".
  3. Tik op de knop "Plaats van repeaters beoordelen".
  4. FRITZ!App Wi-Fi laat je nu de kwaliteit van de verbinding zien:

    Afb.: Plaats van de repeater controleren met FRITZ!App Wi-Fi

  5. Als FRITZ!App Wi-Fi een andere plek voor de Mesh Repeater aanraadt, plaats de repeater dan ergens anders. Houd daarbij rekening met de tips in deze handleiding met betrekking tot de optimale plek.
  6. Nadat je de repeater hebt verplaatst, tik je in FRITZ!App Wi-Fi onder Android op het pictogram of tik onder iOS op "Repeater staat er niet bij?" en vervolgens op "Vernieuwen" om de plaats van de repeater opnieuw te beoordelen.

Verbindingskwaliteit met behulp van de leds controleren

Wanneer je een FRITZ!Repeater gebruikt als Mesh Repeater, kun je de kwaliteit van de verbinding tussen de Mesh Repeater en de Mesh Master aflezen aan de hand van de leds:

Opmerking:Als je een FRITZ!Repeater met vijf signaalsterkteleds gebruikt en de FRITZ!Repeater met een netwerkkabel hebt verbonden met de Mesh Master, geven de leds de kwaliteit aan van de verbinding tussen de FRITZ!Repeater en het eerste Wi-Fi-apparaat dat daarmee is verbonden.

  1. Controleer de leds van de FRITZ!Repeater.
  2. Wanneer je een FRITZ!Repeater met vijf signaalsterkteleds gebruikt en ten minste drie van de leds branden, is de kwaliteit van de Wi-Fi-verbinding voldoende. Als slechts een of twee signaalsterkteleds branden, is de verbindingskwaliteit laag.
    • Wanneer je een FRITZ!Repeater gebruikt met één led voor de verbindingskwaliteit en de led brandt groen, is de kwaliteit van de verbinding voldoende. Als de led oranje is, is de verbindingskwaliteit laag.
  3. Als de FRITZ!Repeater aangeeft dat de verbindingskwaliteit laag is, plaats de FRITZ!Repeater dan ergens anders. Houd daarbij rekening met de tips in deze handleiding met betrekking tot de optimale plek.

2 Tips voor de optimale plek

  1. Plaats de Mesh Repeater indien mogelijk niet direct achter of onder een obstakel zoals bijvoorbeeld een kast of een verwarming.
  2. Plaats de Mesh Repeater niet direct in een hoek van de kamer.
  3. Plaats de Mesh Repeater zo dat er zich zo min mogelijk obstakels bevinden tussen de repeater, de FRITZ!Box en de andere Wi-Fi-apparaten. Vooral objecten van metaal of waterhoudende objecten zoals bijvoorbeeld radiatoren, koelkasten of kamerplanten, verminderen duidelijk de kwaliteit van het Wi-Fi-signaal.
  4. Plaats de Mesh Repeater niet in de buurt van andere zenders zoals bijvoorbeeld een magnetron, Wi-Fi-speakers of bluetoothapparaat.
  5. Als je een FRITZ!Powerline-apparaat gebruikt, gebruik deze dan rechtstreeks in een wandstopcontact en niet in een stekkerdoos, met een verlengsnoer of achter een overspanningsbeveiliging. Om storingsfactoren in het elektriciteitsnet tot een minimum te beperken, moeten powerlineverbindingen via verschillende stroomgroepen, zekeringskasten en aardlekschakelaars worden vermeden.