Aanbevelen:
Naar de Knowledge Base

Via WireGuard-VPN tussen twee FRITZ!Box-netwerken toegang tot meerdere IP-netwerken achter een FRITZ!Box

Met WireGuard kun je twee FRITZ!Box-netwerken op verschillende locaties via een veilig versleutelde VPN-verbinding met elkaar verbinden (LAN-LAN-koppeling).

Als zich in het netwerk van één van beide FRITZ!Boxen een extra netwerkrouter bevindt die het IP-netwerk van deze FRITZ!Box verbindt met een tweede IP-netwerk, moet je aanvullende instellingen configureren om via de VPN-verbinding ook de netwerkapparaten van het tweede IP-netwerk te kunnen benaderen.

Voorbeeldwaarden in deze handleiding

Met behulp van deze handleiding configureer je de toegang vanuit het netwerk van "FRITZ!Box A" in een filiaal tot een extra IP-netwerk achter "FRITZ!Box B" in het hoofdkantoor. Vervang bij het aanpassen van de verbinding de hier gebruikte voorbeeldwaarden door de werkelijke waarden.

  • IP-netwerk van FRITZ!Box A (filiaal):
    192.168.20.0 (subnetmasker: 255.255.255.0)
  • IP-netwerk van FRITZ!Box B (hoofdkantoor):
    192.168.10.0 (subnetmasker: 255.255.255.0)
  • IP-netwerk van de netwerkrouter die is verbonden met de FRITZ!Box B:
    192.168.11.0 (subnetmasker: 255.255.255.0)
  • IP-adressen van de netwerkrouter in het netwerk van FRITZ!Box B:
    192.168.10.2 en 192.168.11.1

Opmerking:De configuratieprocedure en informatie over functies in deze handleiding hebben betrekking op het meest recente FRITZ!OS van de FRITZ!Box.

1 VPN-instellingen van FRITZ!Box A (filiaal) aanpassen

  1. Open met een teksteditor, bijvoorbeeld WordPad, het configuratiebestand (wg_config.conf)  voor de WireGuard-verbinding die je in FRITZ!Box B (hoofdkantoor) hebt aangemaakt voor de import in FRITZ!Box A (filiaal).
  2. Vul onder "[Peer]" de regel "AllowedIPs" aan met het IP-netwerk van de met de FRITZ!Box B (hoofdkantoor) verbonden netwerkrouter. Scheid de IP-netwerken met een komma.

    Voorbeeld:
    AllowedIPs = 192.168.10.0/24, 192.168.11.0/24

  3. Sla de wijzigingen op en importeer het aangepaste configuratiebestand in FRITZ!Box A (filiaal).

2 Statische IP-route in FRITZ!Box B (hoofdkantoor) configureren

Configureer in FRITZ!Box B een statische IP-route, zodat de apparaten via FRITZ!Box B (hoofdkantoor) toegang krijgen tot het IP-netwerk van de netwerkrouter (192.168.11.0):

  1. Klik in de gebruikersinterface van FRITZ!Box B (hoofdkantoor) op "Thuisnetwerk".
  2. Klik in het menu "Thuisnetwerk" op "Netwerk".
  3. Klik op het tabblad "Netwerkinstellingen".
  4. Klik bij "WAN-instelling" of LAN-instellingen" op "meer instellingen" om alle instellingen weer te geven.
  5. Klik op "IPv4-routes".
  6. Klik op "Nieuwe IPv4-route".
  7. Voer bij "IPv4-netwerk" het IP-netwerk in van de router die is verbonden met FRITZ!Box B (192.168.11.0).
  8. Voer in het invoerveld "Subnetmasker" het subnetmasker in van het andere IP-netwerk (255.255.255.0).
  9. Voer bij "Gateway" het IP-adres in van de netwerkrouter in het netwerk van FRITZ!Box B (192.168.10.2) die beide IP-netwerken verbindt.
  10. Schakel de optie "IPv4-route actief" in.
  11. Klik op "Toepassen" om de instellingen op te slaan.

3 Aanvullende IP-instellingen voor de VPN-verbinding aanpassen

IP-route in netwerkrouter configureren

  1. Configureer de netwerkrouter zo dat deze routeert tussen het IP-netwerk van FRITZ!Box B (192.168.10.0) en zijn eigen IP-netwerk (192.168.11.0). Informatie over de configuratie krijg je van de fabrikant van de router.

    Opmerking:Als er een Windows-computer met meerdere netwerkadapters als netwerkrouter wordt gebruikt, moet je "IP routing" inschakelen in Windows. Informatie over het configureren van IP-routering krijg je van Microsoft.

Apparaten in het IP-netwerk van de netwerkrouter configureren

  1. Óf: configureer in de apparaten het IP-adres uit het eigen IP-netwerk (192.168.11.1) van de netwerkrouter als standaardgateway.
    • Óf: configureer in de apparaten een statische IP-route naar het IP-netwerk van FRITZ!Box B (192.168.10.0), waarbij de netwerkrouter wordt gebruikt als gateway (192.168.11.1).