Knowledge Base
AVM Content
Kamertemperatuur wijkt af van de ingestelde temperatuur van de FRITZ!DECT-radiatorthermostaat
De radiatorthermostaat, bijvoorbeeld FRITZ!DECT 302, regelt de temperatuur niet volgens de gewenste kamertemperatuur. De ingestelde comforttemperatuur of verlagingstemperatuur ("Spaartemperatuur", "Dalingstemperatuur") wordt onder- of overschreden.
1 Ventiel controleren
Als het ventiel onvoldoende beweeglijk is, kan de radiatorthermostaat het ventiel niet volledig openen of sluiten. Daardoor wordt de radiator niet warm of de radiator koelt niet af. Controleer daarom de ventielstift:
- Demonteer de radiatorthermostaat.
- Druk de ventielstift meerdere keren in met een stevig voorwerp, bijvoorbeeld een munt.
- Monteer de radiatorthermostaat weer.
- Volg na montage de instructies op het scherm van de radiatorthermostaat.
2 Rekening houden met vertraagde weergave van de gemeten temperatuur
Radiatorthermostaten meten en regelen de temperatuur om de 2 minuten. Om stroom te besparen en de DECT-straling tot een minimum te beperken, communiceren ze alleen in bepaalde tijdsintervallen met de FRITZ!Box. Daarom is het mogelijk dat de temperatuur die bij de radiatorthermostaat wordt gemeten pas na maximaal 15 minuten zichtbaar is in de gebruikersinterface van de FRITZ!Box.
3 Rekening houden met traagheid van verwarmingssystemen
Temperatuurgestuurde verwarmingssystemen reageren nogal traag. Om te voorkomen dat een ruimte te warm wordt gestookt of afkoelt, zal de radiatorthermostaat het ventiel niet onmiddellijk bewegen bij kleine afwijkingen van de ingestelde temperatuur. Houd daarom het verwarmingsgedrag over een langere periode in de gaten door de ruimte tot de gewenste kamertemperatuur te verwarmen, zodat de warmte gelijkmatig kan worden verdeeld over de ruimte. De tijd die nodig is tot de warmte ongeveer gelijkmatig is verdeeld, hangt bijvoorbeeld af van de hoogte van een ruimte of de aanwezigheid van nissen en erkers. Het gelijkmatig verdelen van de warmte kan enkele uren in beslag nemen.
4 Rekening houden met de instellingen van de cv-ketel
Instellingen van de cv-ketel, bijvoorbeeld de aanvoertemperatuur of een centrale nachtverlaging, kunnen beletten dat de gewenste kamertemperatuur wordt bereikt. De radiator wordt bijvoorbeeld verwarmd door een hoge aanvoertemperatuur en straalt vervolgens deze warmte af, zelfs als het ventiel al is gesloten. Ook centrale nachtverlaging naar een lage temperatuur kan ertoe leiden dat de gewenste kamertemperatuur niet wordt bereikt, ondanks juiste regeling door de radiatorthermostaat.
5 Rekening houden met andere warmtebronnen
Houd er rekening mee dat de kamertemperatuur ook onderhevig is aan tijdelijke schommelingen of schommelingen die afhankelijk zijn van het tijdstip van de dag, ongeacht het verwarmingsvermogen. Tijdelijk sterk invallende zonnestralen of verminderde ventilatie kan bijvoorbeeld leiden tot een verhoogde kamertemperatuur, onafhankelijk van de temperatuurregeling door de radiatorthermostaat.
6 Gemeten temperatuur aan kamertemperatuur aanpassen
Omdat de temperatuur rechtstreeks bij de radiatorthermostaat wordt gemeten, kan deze temperatuur afwijken van de werkelijke kamertemperatuur, bijvoorbeeld in het midden van de ruimte. Deze temperatuurafwijking (offset) kun je instellen:
- Pas bij de bij de radiatorthermostaat gemeten temperatuur aan de kamertemperatuur aan.