Aanbevelen:
Naar de Knowledge Base

FRITZ!DECT-radiatorthermostaat gebruiken

Radiatorthermostaten, bijvoorbeeld FRITZ!DECT 302, kun je via een versleutelde DECT-verbinding (DECT-ULE) opnemen in het FRITZ!Box-thuisnetwerk. Vervolgens kun je via de gebruikersinterface van je FRITZ!Box een individueel verwarmingsprogramma configureren.

Opmerking:De configuratieprocedure en informatie over functies in deze handleiding hebben betrekking op het meest recente FRITZ!OS van de FRITZ!Box.

1 FRITZ!DECT-radiatorthermostaat aanmelden

  1. Klik in de gebruikersinterface van de FRITZ!Smart Gateway op "Smarthome".
  2. Klik in het menu "Smarthome" op "Apparaten en groepen".
  3. Klik op de knop "Apparaat aanmelden".
  4. Binnen 2 minuten: druk bij de radiatorthermostaat op de toets "MENU".
    1. Selecteer bij de FRITZ!Box 301 de menuoptie "Anmeldung" en druk vervolgens op de toets "OK". Op het scherm wordt de melding "Anmeldung war erfolgreich" weergegeven.
    2. Selecteer bij de FRITZ!DECT 302 de menuoptie (aanmelding starten) en druk vervolgens op de toets "OK".

      Belangrijk:Druk op de toets naast "OK", niet op "OK" op het scherm.

      Als het aanmelden is gelukt, wordt op het scherm het pictogram voor de bestaande draadloze verbinding weergegeven.

Zodra op het scherm van de radiatorthermostaat het pictogram voor de draadloze verbinding permanent wordt weergegeven, is de DECT-verbinding tot stand gebracht.

2 Op radiator monteren en aan klepslag aanpassen

De radiatorthermostaat wordt eerst op de radiator gemonteerd en moet vervolgens aan de klepslag van het radiatorventiel worden aangepast:

  1. Demonteer de thermostaat van de radiator.
  2. Monteer zo nodig de juiste adapter.o
  3. Monteer de radiatorthermostaat
  4. Wanneer je FRITZ!DECT 301 of FRITZ!DECT 302 gebruikt, volg dan voor het aanpassen aan de klepslag de instructies op het scherm. Het aanpassen van het ventiel is met succes voltooid zodra te temperatuur wordt weergegeven op het scherm.
  5. Wanneer je FRITZ!DECT 300 gebruikt, houd dan voor het aanpassen van de klepslag gedurende ca. 3 seconden de toets "OK" ingedrukt. Op het scherm wordt "ADAP" weergegeven en het aanpassen van het ventiel is met succes voltooid zodra de temperatuur wordt weergegeven op op het scherm.

3 Radiatorthermostaat configureren

  1. Klik in de gebruikersinterface van de FRITZ!Box op "Smarthome".
  2. Klik in het menu "Smarthome" op "Apparaten en groepen".
  3. Klik bij de radiatorthermostaat in kwestie op de knop (Bewerken).
  4. Configureer de gewenste instellingen.
  5. Schakel de optie "Push-service actief" in, zodat je een e-mail ontvangt als de batterij bijna leeg is, als de draadloze verbinding verbroken is, of als de de radiatorthermostaat niet goed werkt.

    Opmerking:Informatie over de configuratie van de push-service vind je in deze handleiding.

  6. Klik op "OK" of "Toepassen" om de instellingen op te slaan.

Om stroom te besparen en de DECT-straling tot een minimum te beperken, communiceren radiatorthermostaten alleen in bepaalde tijdsintervallen met de FRITZ!Box. Daardoor kan het voorkomen dat de gewijzigde instellingen pas na maximaal 15 minuten worden doorgegeven aan de radiatorthermostaat FRITZ!DECT 301 of na ca. drie minuten aan de FRITZ!DECT 302. Tijdens de vakantieschakeling en in de periode dat de verwarming uit is, worden de instellingen na maximaal 60 minuten doorgegeven. Door op een willekeurige toets van de radiatorthermostaat te drukken kun je forceren dat de instellingen meteen worden doorgegeven.

De radiatorthermostaat is nu geconfigureerd. Je kunt de verwarming handmatig bedienen bij de radiatorthermostaat zelf, via de gebruikersinterface van de FRITZ!Box, met FRITZ!DECT 440, FRITZ!Fon (menu "Thuisnetwerk > Smarthome") of met FRITZ!App Smart Home in het thuisnetwerk of vanuit het internet. Je kunt routines en FRITZ!DECT 350 gebruiken.

Gerelateerde thema's:

Probleemoplossing: