Knowledge Base
AVM Content
- FRITZ!Box 7690
- FRITZ!Box 7682
- FRITZ!Box 7590 AX
- FRITZ!Box 7590
- FRITZ!Box 7583 VDSL
- FRITZ!Box 7583
- FRITZ!Box 7581
- FRITZ!Box 7560
- FRITZ!Box 7530 AX
- FRITZ!Box 7530
- FRITZ!Box 7520
- FRITZ!Box 7510
- FRITZ!Box 7490
- FRITZ!Box 7430
- FRITZ!Box 7390
- FRITZ!Box 7360
Extern faxapparaat in FRITZ!Box configureren
Met een faxapparaat dat aangesloten is op een analoge poort of op de poort voor ISDN-toestellen van je FRITZ!Box, kun je via het internet en/of het vaste net faxberichten versturen en ontvangen.
Opmerking:De configuratieprocedure en informatie over functies in deze handleiding hebben betrekking op het meest recente FRITZ!OS van de FRITZ!Box.
1 Faxapparaat op FRITZ!Box aansluiten
- Verbind het faxapparaat met een analoge poort van de FRITZ!Box (bijvoorbeeld FON 1) of als je een ISDN-telefooncentrale op poort "Fon S0" van de FRITZ!Box gebruikt, verbind het faxapparaat dan met een analoge poort van de ISDN-centrale.
Belangrijk:De bus "FON 1" heeft twee uitvoeringen: een voor telefoonapparaten met TAE-connector en een voor apparaten met RJ11-connector. Tijdens het bedrijf mag maar één bus "FON 1" worden gebruikt. Op de andere bus "FON 1" mag geen apparaat worden aangesloten.
- Als het faxapparaat een multifunctionele printer met ingebouwd faxapparaat is, verbind de printer dan ook met een netwerkkabel of via Wi-Fi met het thuisnetwerk van de FRITZ!Box en stel de printer in als netwerkprinter.
2 Faxoverdracht met T.38 inschakelen
Als je een internettelefoonnummer wilt gebruiken om faxberichten te versturen en ontvangen, moet je T.38 (fax over IP) voor faxoverdracht inschakelen in de FRITZ!Box. Met T.38 worden faxberichten niet verstuurd via faxtonen, maar via een speciaal netwerkprotocol. Daardoor is de faxoverdracht aanzienlijk minder gevoelig voor interferentie:
- Klik in de gebruikersinterface van de FRITZ!Box op "Telefonie".
- Klik in het menu "Telefonie" op "Eigen telefoonnummers".
- Klik op het tabblad "Instellingen voor de aansluiting" ("Aansluitingsinstellingen").
- Klik bij "Telefonieverbinding" op "Instellingen wijzigen".
- Schakel de optie "Faxtransmissie ook met T.38" in.
- Klik op "Toepassen" om de instellingen op te slaan.
3 Passieve faxwissel inschakelen
Als je het telefoonnummer van je analoge vaste telefoonaansluiting wilt gebruiken om te worden gebeld en om faxberichten te ontvangen, schakel dan de faxwissel van de FRITZ!Box in. De faxwissel stuurt faxberichten automatisch door naar een faxapparaat dat is geconfigureerd in de FRITZ!Box:
Belangrijk:Een ander apparaat, bijvoorbeeld een telefoon of antwoordapparaat, moet de oproep eerst aannemen zodat faxberichten kunnen worden herkend en doorgestuurd. De faxwissel herkent geen oproepen die niet zijn aangenomen.
- Klik in de gebruikersinterface van de FRITZ!Box op "Telefonie".
- Klik in het menu "Telefonie" op "Eigen telefoonnummers".
- Klik op het tabblad "Instellingen voor de aansluiting" ("Aansluitingsinstellingen").
- Schakel de passieve faxwissel ("Passieve fax select activeren") in. Als de instelling niet wordt weergegeven, configureer dan het analoge vaste telefoonnummer in de FRITZ!Box. Vervolgens kun je de faxwissel inschakelen.
- Klik op "Toepassen" om de instellingen op te slaan.
4 Faxapparaat opnieuw configureren
Configureer het faxapparaat ook dan in de FRITZ!Box, als het apparaat met de FRITZ!Box is verbonden via een ISDN-telefooncentrale:
- Klik in de gebruikersinterface van de FRITZ!Box op "Telefonie".
- Klik in het menu "Telefonie" op "Telefoonapparaten" ("Randapparatuur").
- Als het faxapparaat al op de lijst met telefoontoestellen staat, klik dan bij het faxapparaat op de knop (verwijderen).
- Configureer het faxapparaat opnieuw: klik op de knop "Nieuw apparaat instellen" ("Nieuw apparaat inrichten") en volg de instructies.
- Als je tijdens het configureren niet de poort kunt selecteren, waarop het faxapparaat is aangesloten, is op deze poort al een ander telefoonapparaat geconfigureerd. Verwijder dit apparaat eerst.
- Als het faxapparaat is aangesloten op de poort "FON S0" van de FRITZ!Box, zie je tijdens het configureren welke telefoonnummers je kunt toewijzen aan het faxapparaat. Als het faxapparaat is aangesloten via een ISDN-telefooncentrale, moet je het telefoonnummer toewijzen aan de nevenaansluiting van de ISDN-telefooncentrale waarop het faxapparaat is aangesloten.