Aanbevelen:
Naar de Knowledge Base

Mesh Repeater brengt geen Wi-Fi-verbinding tot stand

Een Mesh Repeater brengt na configuratie geen Wi-Fi-verbinding met de FRITZ!Box tot stand. Bij gebruik van een FRITZ!Repeater als Mesh Repeater, knipperen afhankelijk van het model de signaalsterkte-leds een tijdlang en gaan dan uit, of de Connect-led knippert een tijdlang snel en vervolgens weer langzaam.

Voer de hier beschreven stappen achterelkaar uit om het probleem te verhelpen.

Opmerking:De configuratieprocedure en informatie over functies in deze handleiding hebben betrekking op het meest recente FRITZ!OS van de FRITZ!Box.

1 Meest recente FRITZ!OS van de FRITZ!Box installeren

  1. Installeer op de FRITZ!Box het meest recente FRITZ!OS.

2 Wi-Fi-instellingen van de FRITZ!Box optimaliseren

Alle Wi-Fi-netwerken inschakelen

  1. Klik in de gebruikersinterface van de FRITZ!Box op "Wi-Fi".
  2. Klik in het menu "Wi-Fi" op "Wi-Fi-netwerk" ("Draadloos netwerk").
  3. Schakel bij "Actieve frequentiebanden" het Wi-Fi-netwerk voor de 2,4 en 5 GHz-frequentieband in.
  4. Klik op "Toepassen" om de instellingen op te slaan.

Naam van het Wi-Fi-netwerk (SSID) aanpassen

  1. Klik in de gebruikersinterface van de FRITZ!Box op "Wi-Fi".
  2. Klik in het menu "Wi-Fi" op "Wi-Fi-netwerk" ("Draadloos netwerk").
  3. Schakel de optie "Verschillende namen voor de Wi-Fi-netwerken op 2,4 en 5 GHz" ("Verschillende benaming van de draadloze netwerken op 2,4 en 5 GHz") uit om voor beide Wi-Fi-netwerken dezelfde namen (SSID) te gebruiken. Alleen zo kan de FRITZ!Box je Wi-Fi-apparaten naar de optimale frequentieband sturen ("band steering").
  4. Schakel de optie "Naam van het Wi-Fi-netwerk zichtbaar" in. Daardoor voorkom je dat sommige Wi-Fi-apparaten geen verbinding met de FRITZ!Box tot stand kunnen brengen en maak je het voor de FRITZ!Box mogelijk je Wi-Fi-apparaten in het Mesh-netwerk optimaal aan te sturen ("Mesh Wi-Fi steering").
  5. Als je de naam van het Wi-Fi-netwerk van de FRITZ!Box hebt gewijzigd, verwijder dan alle speciale tekens uit de naam van he Wi-Fi-netwerk. Gebruik alleen letters (maar géén ä, ö, ü, ß), cijfers en spaties, omdat sommige Wi-Fi-apparaten niet alle door de FRITZ!Box toegestane speciale tekens ondersteunen.
  6. Klik op "Toepassen" om de instellingen op te slaan. Als de Wi-Fi-apparaten alleen met het 5 GHz-Wi-Fi-netwerk met een andere naam verbonden waren, moet de Wi-Fi-verbinding vervolgens opnieuw worden geconfigureerd.

MAC-adresfilter uitschakelen

  1. Klik in de gebruikersinterface van de FRITZ!Box op "Wi-Fi".
  2. Klik in het menu "Wi-Fi" op "Beveiliging" ("Veiligheid").
  3. Schakel de optie "Alle nieuwe Wi-Fi-apparaten toelaten" in.
  4. Klik op "Toepassen" om de instellingen op te slaan.

WPS-functie inschakelen

  1. Klik in de gebruikersinterface van de FRITZ!Box op "Wi-Fi".
  2. Klik in het menu "Wi-Fi" op "Beveiliging" ("Veiligheid").
  3. Klik op het tabblad "WPS-snelverbinding".
  4. Schakel WPS in.
  5. Selecteer "Push button-methode (WPS-PBC, Push Button Configuration)" en klik op "WPS starten".

Toetsblokkering uitschakelen

  1. Klik in de gebruikersinterface van de FRITZ!Box op "Systeem".
  2. Klik in het menu "Systeem" op "Toetsen en leds".
  3. Klik op het tabblad "Toetsblokkering".
  4. Schakel de toetsblokkering uit.
  5. Klik op "Toepassen" om de instellingen op te slaan.

3 Wi-Fi-verbinding opnieuw configureren

  1. Configureer de verbinding van de Mesh Repeater met de FRITZ!Box opnieuw. Gebruik de handleiding die geschikt is voor jouw Mesh Repeater: